Lezing van Gerben Westerhof.

Ouder worden. Hoe kijk je daar tegenaan?

Probus 8 maart 2023

Gerben Westerhof  is hoogleraar narratieve psychologie aan de Universiteit Twente, tegenwoordig University geheten. Gepromoveerd in Nijmegen in de psychogerontologie. Dus bij uitstek een ouderendeskundige. En voor dit gezelschap van oudere heren de ideale spreker.

Uitgangspunt is tegenwoordig dat oud worden een vanzelfsprekend en natuurlijk proces is van lichamelijk verval. Daar is nu eenmaal niks aan te doen. Je komt deze gedachte overal tegen, in de media, de politiek of de zorg en ook bij ouderen zelf.  En meer negatieve belevingen van het ouder worden dragen over de tijd bij aan een slechtere gezondheid en zelfs aan een kortere levensduur. De effecten zijn niet heel groot, maar wel merkbaar.

Vragen die Gerbrand Westerhof probeerde te beantwoorden. Aan de hand van een aantal tabellen en sheets gaf hij ons een genuanceerd beeld van hoe wij zelf en de maatschappij aankijken tegen het ouder worden en de ouder wordende mens in het algemeen. Het beeld bleek opvallend genuanceerder dan de media, en misschien ook sommige ouderen, zelf proberen te creëren. Al in Couperus’  “Van oude mensen en de dingen die voorbij gaan” komen we de thema’s al tegen: loslaten, beperkingen, verlies en eenzaamheid. Maar er zijn ook positieve associaties zoals meer vrije tijd, tijd voor relaties en zelfontplooiing. Mensen kunnen ook op hogere leeftijd nog gelukkig en tevreden zijn.

De levensverwachting is de laatste jaren enorm gestegen, was je vroeger bij 65 jaar oud, tegenwoordig is dat boven de tachtig jaar. Na de 65 jaar heeft iemand in ons land nog ca 20 jaar te leven. Maar dit langere leven brengt ook problemen met zich mee. Het aantal langdurige chronische ziektes stijgt navenant. Maar daarbij natuurlijk meteen problemen in de gezondheidszorg.

Stereotypen.

Dat laatste wordt vooral in de media behoorlijk aangescherpt. Wij worden bang gemaakt met de zogeheten grijze golf en de enorme kosten die deze met zich meebrengt, natuurlijk vooral in de gezondheidszorg en de ouderenzorg. Daarnaast spiegelen de media ons vaak vooral negatieve stereotyperingen voor, ouderen zijn eenzaam, kunnen niet meer mee, langzame sukkels in het verkeer. Ook op facebook, vooral een jongerenmedium, komen ouderen er lelijk van af. Het recente rapport van het sociaal planbureau deed ook maar meteen een duit in het zakje: ouderen worden ingeschaald in de categorie rentenierende bejaarden, welvarende oude heren dus,  of laagopgeleide gepensioneerden, armoedzaaiers.

Al met al vaak een overwegend negatief beeld.

Maar in werkelijkheid blijken ouderen en jongeren op een aantal thema’s, zoals bijvoorbeeld  warmte en competentie eigenlijk niet zo veel te verschillen. ouderen kunnen nog heel veel.

Sociologisch onderzoek wijst uit dat de schrik van jongeren voor ouderen ook een soort ingebouwde zelfbescherming is, angst voor de dood misschien,  zij willen nog niet zo zijn, terromanagement zei de professor. Sociologisch gezien zijn ouderen “de anderen”, een bedreigend beeld misschien. Er lijkt ook weinig contact te zijn tussen ouderen en jongeren, jongeren hebben hun eigen programma’s, en ook ouderen hebben hun eigen specifieke activiteiten, ouderensoos of filmvoorstelling speciaal voor de doelgroep ouderen.

Er lijkt wel een nieuw soort verzuiling nu tussen oud en jong.

Daarnaast spelen ook andere vragen een rol in het denken over de ouderdom, vragen bijvoorbeeld over de economische rol die ouderen nog spelen en de met de leeftijd toenemende medicalisering.

In de beeldvorming ligt vaak de nadruk op dit soort sociale processen. Ook in cartoons zien we dit beeld van de wat zielige en krakkemikkige oudere, zelfs Sigmund in de Volkskrant. Er lijkt sprake van een soort leeftijdsdiscriminatie, ouderen zijn eigenlijk afgeschreven, doen er niet echt meer toe, kosten alleen maar geld. In de medische wereld is er soms  sprake van een betuttelende wat kinderlijke benadering.

Een klein voordeeltje in positieve zin is misschien dat een jongere soms zijn plaats in de bus afstaat.

Maar  In feite liggen de grenzen niet zo scherp. En is er bij al deze processen altijd een soort mengeling, er zijn geen scherpe grenzen.

Op de vraag aan de groep: hoe gaan jullie om met het ouder worden komen verschillende reacties,de meeste in positieve zin.

Ouderen hebben vaak zelf een te negatief beeld van hun eigen ouder zijn. Er is ook vaak een zelfstereotypering. Het lijkt wel het invullen van een in de jeugd al gevormd beeld van het ouder worden dat men op zichzelf gaat toepassen, het zelfbeeld van de oudere wordt steeds negatiever. Daartegenover blijft het belangrijk hoe iemand naar zichzelf kijkt, veel ouderen voelen zich ook jonger dan ze zijn. Mensen met een positieve grondhouding gaan zich ook positiever gedragen en blijven een positieve kijk op hun leven houden.

Wetenschappelijk onderzoek wijst uit dat mensen ook bij het ouder worden nog steeds uniek blijven, individuele verschillen blijven bestaan. Achteruitgang en verlies kunnen worden gecompenseerd dooreen positieve instelling tegenover het ouder worden. Zo is er nog veel ruimte voor diversiteit en dynamiek.

Gelukkig dringt dit besef ook in de samenleving door. Naast ietwat knullige publiekscampagnes wort er ook nagedacht over initiatieven waardoor ouderen zo lang mogelijk zichzelf kunnen blijven en een plek in de samenleving kunnen behouden. Leeftijdsbestendig bouwen bij voorbeeld of opzet van knarrenhofjes. Hoewel dit laatste uw verslaggever minder aanspreekt. Een  poster van bungeejumpende bejaarden leek toch wat overdreven.

Tenslotte: het is belangrijk de boodschap uit te dragen. Ook voor ouderen geldt dat zelfontplooiing en zelfbeschikking belangrijke waarden zijn. Het thema zelfbeschikking kwam nog even aan de orde, met name ook zelfbeschikking aangaande het naderende levenseinde.

Een boeiende lezing, ook als prelude op de volgende bijeenkomst met als thema de stijgende kosten in de gezondheidszorg.

Leo Geilenkirchen

9 maart 2023