Probus 12 juni 2019.

Guus Ferree Stoomlocomotieven

12 juni 2019
Stoomlocomotieven.
Guus Ferree.
Ter inleiding vertelde Guus iets over zijn overgeërfde liefde voor alles wat rookt, stoomt en beweegt. Als Boekeloër heeft hij de stoom altijd dichtbij, met dank aan de MBS. Hij begon dan ook met een plaatje van de oudste nog bewaarde Nederlandse stoomloc, de Kikker uit 1904, die nog steeds trouw dienst doet tussen Haaksbergen en Boekelo.
Guus erfde de liefde voor de stoomloc van zijn vader die na zijn terugkeer uit Nederlands Indië, nu Indonesië, in Heerlen bij de Staatsmijnen in dienst kwam als chef van het locomotievenpark, toen niet gering in omvang. De wereld was toen nog klein en de stoomloc was altijd dichtbij. Heerlen ligt dicht bij Aken, een mooie stad met voor treinenliefhebbers een paradijs, de modelspoorzaak Hühnerbein. Daarheen togen pa en zoon geregeld, in hun Goggomobil, om hun modelbaan uit te breiden.
In 1968 verhuisde de familie naar Boekelo, waar de toen nog prille MBS natuurlijk meteen zijn belangstelling had. De stoomgekte is trouwens in de familie gebleven, ook zoon Sevrien is een fervent treinenfanaat, zoals ook uit de rest van het verhaal bleek.
Wat spreekt Guus, en vele anderen met hem, nu zo aan in de stoomlocomotief? De vorm van het zo ingewikkelde ijzeren apparaat met de buitengewone slimme techniek natuurlijk, maar ook de mensen eromheen, de belangrijke rol in de geschiedenis.
Na deze korte introductie kwam Guus pas echt op stoom. Aan de hand van vele foto’s vertelde hij over zijn verre reizen op zoek naar alles wat er nog rest van het eens zo glorieuze verleden.
Begin jaren 70, toen Nederland de stoomtractie al lang de deur had uitgedaan, was er in de nabijheid van onze regio nog een stoomparadijs, het locomotievendepot in Rheine waar de laatste stoomreuzen onderdak vonden. Je kon daar tegen betaling van DM 1,50 vrij rondkijken op het hele terrein. In onze tijd ondenkbaar. Veiligheid was toen nog geen item. Vanuit Rheine reden de laatste Duitse jumbo’s met ertstreinen van 4000 ton en reizigerstreinen naar Emden. Spectaculair. Guus had meerdere foto’ s van alle typen locs. In 1978 was dat afgelopen.
In de jaren daarna maakte Guus heel veel reizen. Het begon met trips naar Oostenrijk, later kwamen Hongarije en de DDR erbij. In de jaren 70 was het allemaal nog heel relaxed. Wij zagen foto’s van verschillende types locomotieven, voor smalspoor, met tandrad om steile berghellingen te kunnen berijden.
Guus gaf zo tussen neus en lippen ook de nodige informatie over de constructie van de locomotief, de werking van de ketel, de verschillende asindelingen elk aangepast aan de functie en het type spoor.
Een mooi reisdoel ligt eigenlijk vlakbij, de Brockenbahn bij Wernigerode, vandaar omhoog de Brocken op. In DDR tijd supergeheim Sperrgebiet met geheime zendinstallaties en observatieposten, nu een dankbaar toeristisch doel in de Harz. Zware stoomlocomotieven zeulen op smalspoor toeristentreinen de steile hellingen op. Voor stoomliefhebbers een echt Walhalla.
Guus maakte ook verre reizen, naar Cuba waar alles op de suikerplantages nog bij het oude is. Ook naar India, de Darjeeling spoorlijn omhoog naar de theeplantages. De meeste reizen waren georganiseerd in treinspotters verband, soms duur maar met het voordeel dat je ook veel te zien krijgt. Waar op een traject soms maar 2 keer per dag een treintje voorbij komt tuffen wordt voor de spotters alles uit de kast gehaald. Bijzondere locomotieven met fotostops op mooie plekken, extra rook en stoom uitblazend. De fraaiste truc was de machinist omkopen om met de rem op te trekken, flink veel fotogenieke walm dus.
Guus kwam, soms met zijn zoon Sevrien, in Polen en in Rusland. Dit laatste nog in de Glasnost tijd, spannend omdat je nooit wist of je wel foto’s kon of mocht maken. De reis ging van Berlijn naar Leningrad, toen nog een hele expeditie. Maar ook dankbaar voor de ware treinenvriend dankzij de talrijke robuuste en zware Oost-Europese locomotieven. Ze kwamen tot in Roemenië op allemaal plaatsen waar normale toeristen nooit komen. In Bulgarije zagen ze de “tabakslocomotief”, een merkwaardige naam. In Zwitserland gekochte locomotieven betaald met Bulgaarse tabaksinkomsten. Je moet er maar op komen.
Tenslotte nog een verhaal in de categorie mens en trein. In Winschoten woont een miljonair die zijn geld heeft verdiend met vegetarische hondensnacks. Dat kan. Maar daarnaast is hij verzamelaar van oud spoorwegmateriaal. In enkele loodsen staan oude spoorvoertuigen, locomotieven en wagons, oude auto’s in de duurdere prijsklasse. Hij restaureert deze met 5 man personeel en heeft zo te zien een enorme verzameling opgebouwd. De MBS zou er jaloers op zijn. En toen was het half zes. Tijd om te eten. Guusschrok, hij had zo ongeveer een tiende van zijn verhaal af. Hij wil graag nog een keer terug komen.

Uw verslaggever: Leo G.